Rover, P.A, de - Een vreselijke avond en toch...

Frits Hofman, de oudste zoon van de arbeider van boer Hania, is een tenger ventje met een goed verstand. Hij bewijst de boer tot tweemaal toe een grote dienst, de ene maal door te waarschuwen, dat een veulen bijna verdrinkt, en de andere maal door te waarschuwen, dat er dieven op komst zijn, nadat hij een brokstuk van hun afspraak had opgevangen. Vrouw Hania wijst nu haar man op de plicht der dankbaarheid; de meester komt ook eens praten; en het einde is, dat de jongen op kosten van de boer mag leren en de vader enkele guldens opslag krijgt. De Here neigt de harten; zo wordt het ook gezien in het arbeidersgezin. 't Is een verhaal uit Groningerland, waar een frisse Noordzeewind over de wijde velden waait, waar het edelste graan groeit en het mooiste vee graast, waar grote boerderijen en kleine arbeidershuisjes staan, maar waar soms, gelouterd en geadeld door het geloof, de rijke boer en de arme arbeider elkaar de hand reiken, elkaar steunen, voor elkaars belangen opkomen, in enigheid des geloofs met elkaar leven. Er valt hier heel wat te waarderen; de nood in het gezin van de christenarbeider, die gelovig doorworsteld wordt, wordt goed getekend. Al is er soms een stuk, dat even goed had kunnen wegblijven (b.v. het hoofdstuk: onder de lantaarn) het verhaal boeit stellig.. De auteur heeft in juiste bewoordingen, in levendige stijl, maar onopgesmukt, het leven getekend, de toestanden en verhoudingen in Noord-Groningen; hij geeft zelfs een heel gedeelte in Groninger dialect, wat ons intussen een bezwaar lijkt voor aanschaffing in streken, waar het Gronings niet wordt verstaan

Uitg. Calllenbach, 58 pag gebonden, in goede 2ehands staat