Op februari 1953 begaven de dijken het. Springtij en storm werkten samen en de zee overviel de mensen zo snel dat er vaak geen ontkomen aan was. K. Norel beschrijft in Ik worstel en kom boven
de lotgevallen van de familie Lambertse, tijdens de watersnood op Flakkee. De oudste, Freek, wil uit het beperkte en beschermde eilandleven weg en kiest na de ambachtsschool voor de vaste wal.
Het vreedzame leventje van de achterblijvende familieleden wordt ruw verstoordd door een orkaan die het toch al extreem hoge water van de springvloed tegen de dijken opjaagt. Op tientallen plaatsen begeven ze het en hele landstreken verdwijnen onder de schuimende, ijskoude golven.
De familie Lambertse ontsnapt als door een wonder aan de verdrinkingsdood. In Delft is Freek niet bij de radio weg te slaan en als het nieuws komt dat ook Flakkee rampgebied is, stelt hij alles in het werk om te helpen bij het reddingswerk. In de garage van zijn baas staat een overjarig amfibievoertuig. Alle collega's springen bij om het oude kavalje rij- en vaarklaar te maken en als de nood het hoogst is rijdt Freek het wankele gevaarte het ziedende Haringvliet in. Op weg naar de ramp.
Ik worstel en kom boven is een boek vol tragiek. Een boek om terug te denken aan de rampspoed en de solidariteit van die dagen.
155 pagina's . In zeer mooie staat!