Wim speelt buiten met zijn step. Hij botst tegen een meisje op. Dat meisje heeft een bruine huid en zwart krulhaar. Het meisje is boos: raar wit kind ben jij. Wim is ook boos: raar bruin kind. Thuis zegt mama, dat hij dat bruine meisje niet mag plagen. Ze komt uit een ander land. Later ontmoet Wim het meisje weer. Ze heet Kim. Wim en Kim wd?'clen nu vriendjes. Als Wim ziek is komt Kim op bezoek. Ze krijgt een plaat met de regenboog: God denkt aan ons. Die boog is hier, maar ook in het verre land, waar Kim vandaan komt. Later komt neefje Hans en ook hij wil vriendje zijn van Kim.
De schrijfster heeft duidelijk de bedoeling jonge kinderen te confronteren met de verschillende rassen. Leer elkaar accepteren: God kijkt niet naar je huid, God kijkt naar je hart. Het boekje is geschreven in één-lettergrepige woorden, zodat kinderen, die een halfjaar in groep 3 van de basisschool zitten, dit boekje al kunnen lezen.
Uitgeverij den Hertog, 42 pagina's gebonden. In goede staat!
© 2024 www.refoboek.com - Powered by Shoppagina.nl