Als Jeroen van Burkel vol aandacht naar de schepen van de Oost-Indische Compagnie loopt te kijken, die net in Amsterdam gearriveerd zijn, botst hij per ongeluk tegen een paar deftig geklede jonge mannen op.
Dit accepteren de jonge mannen in lakense pakken niet en beginnen met hem te vechten. Jeroen wordt ontzet door een van de schepelingen, Wulpe Darkma. Maar later komt hij hiervoor toch onschuldig in het gevangenhok terecht.
Wegens onbegrip van zijn vader over zijn gevangenname besluit Jeroen om als soldenier bij de Compagnie in dienst te gaan. Zonder thuis afscheid te nemen vertrekt hij naar Indië met Jasper Robberz, die hij in het gevangenhok heeft leren kennen. Eenmaal in de Oost maken ze zich op het eiland Amboina gereed voor een nieuwe veldslag tegen de Ambonezen. Jasper wordt verraderlijk gedood door een inboorling.
Jeroens vroegere redder, Wulpe Darkma, wordt zijn nieuwe wapenbroeder. Assidin en Nogari, twee zonen van een dorpshoofd, vragen aan de dappere Hollanders om voor hun zus Sarita te zorgen en haar te begeleiden naar een bevriende Hollandse koopman, wanneer ze zouden sneuvelen.
Terwijl Assidin en Nogari de overwonnen vijanden achtervolgen, krijgt Jeroen Sarita lief. Ze maken al huwelijksplannen, maar dan komt Assidin terug, samen met Krotang Itoe. Deze man wil Sarita tot een huwelijk met hem dwingen. Sarita blijft Jeroen trouw, maar het loopt niet goed af …
Uitg.everij Groen, 146 pag. gebonden. In mooie staat!
© 2024 www.refoboek.com - Powered by Shoppagina.nl