Geen producten (0)
 

Pater, ds. G. - Hij doe welhaast Uw heilzon dagen

€ 19,95 (inclusief btw 9%)
Op voorraad
Specificaties
Productcode NBKTPr-30345
EAN code 9789057415326
Omschrijving

Hij doet welhaast uw heilzon dagen. In deze uitgave vindt u twaalf preken die gehouden zijn in verschillende gemeenten. Dat de titel genomen is uit de berijmde Psalm 43 vers 5, geeft aan de mogelijkheid en de noodzakelijkheid bij de Drie-enige God vandaan dat het Licht opgaat in de duisternis van onze actieve doodstaat.

Dat deze eenvoudige preken door de HEERE gebruikt mogen worden tot levendmaking van verloren zondaren. Dat ingeleefd mag worden in het tere Godsgemis, de diepe duisternis van onze verloren staat en daarmee te buigen voor de Rechtvaardige God. 

Groot als de eerste lichtstralen van de Heilzon Christus gaan schijnen als een heenwijzing naar de komst van Zijn Persoon. Dat Hij in het leven geopenbaard en Zijn werk verklaard mag worden in de ziel. Dat God Hem wegschenkt door recht om eens Anderen te zijn. De zoete vrucht van het eenzijdige Godswerk zij u tijdens het lezen van harte gegund: Gods welbehagen in Christus voor zo één!   

Mijn ziel, hoe treurt ge dus verslagen?
Wat zijt g’onrustig in uw lot
Berust in ’s HEEREN welbehagen;
Hij doet welhaast uw heilzon dagen.
Uw hoop herleev’, naar Zijn gebod;
Mijn Redder is mijn God.

INHOUD

Woord vooraf

1. Een geopende hemel
Genesis 28 vers 12m:
En hij droomde; en zie.

2. Gods rechtsgangen met Jakob 
Genesis 32 vers 24a:
Doch Jakob bleef alleen over.

3. De koning vraagt naar een dode hond
2 Samuël 9 vers 3:
En de koning zeide: Is er niet nog iemand van het huis van Saul, dat ik Gods weldadigheid bij hem doe?

4. Gods weg met Elía
1 Koningen 17 vers 3 en 4:
Ga weg van hier en wend u naar het oosten, en verberg u aan de beek Krith, die vóór aan de Jordaan is.
En het zal geschieden dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb den raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.


5. Een goddeloze koning door God bekeerd
2 Kronieken 33 vers 12 en 13 :
En als Hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des HEEREN zijns Gods ernstiglijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God zijner vaderen,
En bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hem weder te Jeruzalem in zijn koninkrijk. Toen kende Manasse, dat de HEERE God is.


6. Het aangezicht van een rechtvaardige koning 
Spreuken 16, vers 14-15:
De grimmigheid des konings is als de boden des doods, maar een wijs man zal die verzoenen.
In het licht van des konings aangezicht is leven, en zijn welgevallen is als een wolk des spaden regens.


7. Het troostwoord van de opgestane Koning aan de Kerk van alle eeuwen
Matthéüs 28 vers 20: 
En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.

8. De ware dienst des Heeren
Lukas 5 vers 4:
En als Hij afliet van spreken, zeide Hij tot Simon: Steek af naar de diepte, en werp uw netten uit om te vangen.

9. De Levensvorst en de koning der verschrikking, de dood 
Lukas 7 vers 11-15: 
En het geschiedde op den volgenden dag, dat Hij ging naar een stad, genaamd Naïn, en met Hem gingen velen van Zijn discipelen en een grote schare.
En als Hij de poort der stad genaakte, ziedaar, een dode werd uitgedragen, die een eniggeboren zoon zijner moeder was, en zij was weduwe, en een grote schare van de stad was met haar.
En de Heere haar ziende, werd innerlijk met ontferming over haar bewogen, en zeide tot haar: Ween niet.
En Hij ging toe en raakte de baar aan (de dragers nu stonden stil) en Hij zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op.


10. De opwekking van Lázarus
Johannes 11 vers 43 en 44:
En als Hij dit gezegd had, riep Hij met grote stem: Lázarus, kom uit.
En de gestorvene kwam uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht was omwonden met een zweetdoek. Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem en laat hem heengaan.


11. De nalatenschap van de levende Christus
Johannes 16 vers 33:
Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.

12. Het lijden om het goede
1 Petrus 2 vers 19-25:
Want dat is genade, indien iemand om de consciëntie voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte.
Want wat lof is het, indien gij verdraagt als gij zondigt en daarover geslagen wordt? Maar indien gij verdraagt als gij wel doet en daarover lijdt, dat is genade bij God.
Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;
Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden;
Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde, maar gaf het over aan Dien Die rechtvaardiglijk oordeelt;
Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij de zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt.
Want gij waart als dwalende schapen, maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en Opziener uwer zielen.

Uitg. 266 pg. gebonden, Nieuw!