Butter, ds. P. den - De hoop bleef leven

Ook in Juda bleek de zonde onuitroeibaar. Dankzij het feit dat de Heere meer dan eens godvruchtige koningen op Davids troon gaf, ging het verval niet zo snel als in Israél. Meer dan eens was er ook een reformatie, een terugkeer tot de dienst des Heeren. Doordat de Lamp bleef branden bleef ook de Hoop leven. Helaas, het verval was er echter wel en zo ging het ook in Juda naar de ondergang toe. Echter, die ondergang was niet definitief. De belofte van terugkeer ging mee de ballingschap in. De hoop moest blijven leven. De Messias zou geboren worden. Het huis van David werd wel onttroond, maar leefde niettemin voort, via Zerubbabel tot op de grote Zoon van David, 'aan Wie God de troon van Zijn vader David geven zou'. Om Hem mag de hoop nog altijd blijven leven.

In dit boek komen de volgende koningen van Juda aan de orde: Achaz, Hizkia, Manasse, Amon, Josia, Joahaz, Jojakim, Jojachin en Zedekia

Uitg. den Hertog, 258 pag gebonden, Nieuwstaat